Het nabestaandenpensioen bestaat uit een partnerpensioen en een wezenpensioen. Een partnerpensioen krijgt de partner onder voorwaarden als een deelnemer overlijdt. Een wezenpensioen komt tot uitkering als er kinderen zijn. Huidige situatieNu is het zo dat het partnerbegrip regelmatig tot discussie leidt. Wie komt er voor het partnerschap in aanmerking? Als de deelnemer en zijn partner getrouwd of geregistreerd partner zijn is het eenvoudig. Zij zijn partners, ook voor het pensioen. Echter voor ongehuwd samenwonenden gelden vaak verschillende voorwaarden. Er zijn pensioenovereenkomsten waarin ongehuwd samenwonenden pas als partner worden erkend als er een notarieel samenlevingscontract is opgesteld of als zij minimaal zes maanden samenwonen. Andere rekken deze periode op tot vijf jaar. Stel, een werknemer verandert van baan. Hij woont inmiddels drie jaar samen. De nieuwe pensioenregeling stelt een minimale samenlevingsperiode van vijf jaar als eis. Als de nieuwe werknemer dit op tijd beseft is er geen probleem, een notariële samenlevingsovereenkomst biedt dan uitkomst. Echter dit moet hij maar net weten. De pensioenpapieren waar dit soort details zijn terug te lezen worden niet vaak bestudeerd. Echter er komen verbeteringen! Dienstjaren doen er in de toekomst minder toeNaast onbekendheid met de partnerdefinitie is er nog een ander probleem wat in het nieuwe pensioenstelsel (Wet toekomt pensioenen) wordt aangepakt: de hoogte van het partnerpensioen voor pensioendatum. Een adviseur arbeidsjurist bij pensioenlogica kan u hierbij helpen. De hoogte van het partnerpensioen is gekoppeld aan de dienstjaren die de werknemer maximaal bij de werkgever had kunnen maken mocht hij niet zijn overleden. Dus een 25-jarige die overlijdt en alle dienstjaren bij de werkgever had kunnen meemaken (als hij niet was overleden) zorgt ervoor dat zijn achterblijvende partner na zijn overlijden een maximaal partnerpensioen ontvangt. Een 56-jarige collega daarentegen die overlijdt en net van baan is veranderd laat de partner achter met een partnerpensioen van ongeveer 25% van het maximum. Puur omdat zijn partnerpensioen waar hij bij een eerdere werkgevers voor was verzekerd inmiddels is vervallen (omdat hij gedurende die dienstjaren niet is overleden). Er zijn meerdere manieren om dit probleem op te lossen. Echter de oplossingen zijn niet bij veel mensen bekend. Ook dit wordt met de komst van het nieuwe pensioenstelsel verbeterd. Uniform partnerbegrip en een diensttijdonafhankelijk partnerpensioenDe regering wil de kans op teleurstelling(en) verkleinen door in het nieuwe pensioenstelsel te werken met een uniform partnerbegrip waardoor deze niet meer ter discussie zal staan. Daarnaast wordt het partnerpensioen diensttijdonafhankelijk en voortaan afgestemd op een andere grondslag (het salaris) waardoor lage en middeninkomens er naar verwachting het meeste op vooruitgang. De wet is nog onder constructie anno 2022 maar er zijn dus verbeteringen op komst.
|